Begroting 2019

Onderhoud kapitaalgoederen

Verduurzaming meerjaren onderhoudsplannen

Verduurzaming meerjaren onderhoudsplannen

Verduurzaming Meerjaren Onderhoudsplannen
Reguliere verduurzamingsmaatregelen worden op natuurlijke vervangingsmomenten uitgevoerd zoals bijvoorbeeld het isoleren van een dak wanneer de dakbedekking vervangen moet worden, of vervanging door energiezuinigere installaties. Om een beter zicht te krijgen op de energetische conditie van een pand en verduurzamingsmaatregelen beter te borgen in de onderhoudsplannen worden de MOP’s omgezet naar Duurzame Meerjaren OnderhoudsPlannen (DMOP’s). Dit betekent dat sinds 2016 bij de periodieke inspecties van panden tevens de energetische staat van het pand in beeld wordt gebracht. Met deze informatie kunnen vanuit de DMOP verduurzamingsscenario’s onderzocht worden. In een periode van vier jaar hebben alle panden een herinspectie gehad en zijn de MOP’s omgezet in DMOP’s. Geplande onderhoudswerkzaamheden met verduurzaming als neveneffect worden gefinancierd vanuit de MOP, overige maatregelen die niet als onderhoud gekenmerkt worden zullen op grond van de begrotingsvoorschriften niet uit de onderhoudsmiddelen bekostigd worden. De DMOP ondersteunt de opgave het vastgoed conform de gemeentelijke doelstellingen versneld te verduurzamen. De aanpak staat in hoofdlijnen beschreven in de paragraaf vastgoed.

Begroting 2019-2022
Voor alle objecten die in gemeentelijk beheer zijn met een verwachte beheertermijn van minimaal vijf jaar is een meerjaren onderhoudsplanning opgesteld. Deze planning fluctueert van jaar tot jaar en wijkt dus altijd af van het structurele onderhoudsbudget dat elk jaar gelijk is. Onder- en overbestedingen ten opzichte van de begrote uitgaven zijn in zijn algemeenheid te verklaren: Met name bij grotere onderhoudswerkzaamheden kunnen de werkzaamheden in het lopende jaar in gang worden gezet maar vindt de uitvoering en facturering grotendeels plaats in het volgende jaar. Daarnaast kan op grond van de conditie van het betreffende element besloten worden de werkzaamheden eerder of later uit te voeren. Andere overwegingen bij vervroegd of uitgesteld onderhoud hebben te maken met efficiency in uitvoering zodat werkzaamheden gelijktijdig uitgevoerd kunnen worden. Op deze wijze wordt overlast bij gebruikers van panden beperkt en worden kosten bespaard. Dit geldt ook voor panden uit de kernportefeuille waar in het kader van verduurzaming maatwerkrapporten worden opgesteld en behalve onderhoud tevens geïnvesteerd wordt in verduurzamingsmaatregelen. Tot slot kan er sprake zijn van onvoorzien onderhoud en calamiteiten. Per pand wordt daar jaarlijks een klein bedrag gereserveerd voor het verhelpen van bijvoorbeeld daklekkages. Het komt echter ook voor dat elementen die normaal gesproken tijdens de levensduur van een pand niet vervangen hoeven worden toch gebreken vertonen en herstel of volledige vervanging daardoor noodzakelijk is.

Door het gemeentelijk vastgoed als één complex te beschouwen, kunnen schaal- en efficiencyvoordelen behaald worden. Randvoorwaarden zijn dat alle middelen in de bestaande exploitatie die bestemd zijn voor onderhoud hiervoor beschikbaar blijven en als één budget gezien mogen worden. Om de systematiek goed te laten functioneren is één (gemaximeerde) gemeentebrede reserve ingesteld waarmee de jaarrekeningresultaten verrekend kunnen worden. De gemaximeerde bovengrens van de reserve is op € 4,5 mln gesteld. Daarmee is het onderhoud voor de komende jaren geborgd en kan ervaring met het nieuwe systeem worden opgedaan. In 2018 is in totaal een overbesteding t.o.v. het structurele budget geraamd van € 1,6 mln. Deze zal worden onttrokken aan de reserve onderhoud vastgoed. Voor de jaren 2019-2022 wordt een in totaal een onderbesteding verwacht van in totaal € 1,5 mln.

De huidige DMOP vertaald zich naar onderstaande financiële planning:

                                                                                                                                              bedragen x 1.000

Programma

Onderhoudsbudget

2019

2020

2021

2022

03 - Duurzaamheid, Milieu en Energietransitie

€ 144

€ 168

€ 147

€ 170

05 - Cultuur en Bibliotheek

€ 2.593

€ 2.374

€ 1.676

€ 4.000

06 - Onderwijs

€ 708

€ 638

€ 652

€ 541

07 - Werk en Inkomen

€ 377

€ 211

€ 748

€ 266

08 - Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

€ 2.203

€ 1.574

€ 573

€ 1.264

09 - Buitenruimte

€ 466

€ 370

€ 265

€ 286

10 - Sport

€ 1.109

€ 3.036

€ 1.685

€ 1.399

11 - Economie

€ 172

€ 283

€ 274

€ 223

12 - Mobiliteit

€ 11

€ 12

€ 21

€ 14

14 - Stadsdelen, Integratie en Dienstverlening

€ 229

€ 211

€ 256

€ 265

15 - Financiën

€ 267

€ 293

€ 74

€ 229

Overhead

€ 108

€ 17

€ 35

€ 30

TOTAAL

€ 8.387

€ 9.187

€ 6.406

€ 8.687

Structureel onderhoudsbudget

€ 8.537

€ 8.537

€ 8.537

€ 8.537

Verrekenen met Reserve onderhoud vastgoed

€ 150

€ -650

€ 2.131

€ -150

Niet voor alle vastgoedportefeuilles is structureel budget in de begroting opgenomen. Het onderhoud van de onderwijspanden die in gemeentelijke eigendom zijn en fungeren als wissellokatie wordt gefinancierd uit het Onderwijshuisvestingsplan dan jaarlijks wordt vastgesteld door de Raad. Het Onderwijshuisvestingsplan voor 2019 wordt eind 2018 ingediend. Verder is er vastgoed ten behoeve van stedelijke ontwikkeling. Dit vastgoed wordt verrekend met diverse reserves welke worden gevoed door de huurinkomsten aangevuld met incidenteel beschikbare middelen.    

                                  bedragen x 1.000

Programma

Onderhoudsbudget

2019

2020

2021

2022

13 - Stadsontwikkeling en Wonen

€ 1.170

€ 790

€ 1.123

€ 814

Verrekenen met diverse reserves

€ 1.170

€ 790

€ 1.123

€ 814

Planning

De huidige bovenstaande planning zal komende jaren nog worden bijgesteld. In de huidige situatie wordt er bij de inspecties beoordeelt op de onderdelen onderhoud en energie waarbij de beoordeling op onderhoud leidend is en energie volgt. Als gevolg van de duurzaamheidsopgave zal bij de toekomstige inspecties meer worden gekeken naar de energie score. Hierdoor zal een verschuiving in de planning over de jaarschijven gaan plaatsvinden.

Bijvoorbeeld: De dakbedekking van een object heeft op het onderdeel Onderhoud een conditiescore van 2 (=goed), wat inhoud dat de dakbedekking over 15 jaar wordt vervangen. Deze dakbedekking heeft geen isolatie dit geeft Energetisch een conditie score van 6 (=zeer slecht), maar wordt pas aangebracht als de dakbedekking wordt vervangen. In de nieuwe situatie telt de energetische score zwaarder mee en wordt gekeken of de dakbedekking eerder kan worden vervangen bijvoorbeeld gelijktijdig met andere werkzaamheden aan het pand. Een en ander mede in het kader van de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen. Als gevolg hiervan zal de prognose over de jaren 2019-2022 hoger uit gaan pakken.